275 g bloem
80 g koude boter, in blokjes
snufje zout
2 eidooiers
3 el koud water
300 g gepelde Hollandse garnalen
4 el platte peterselie, fijngehakt
beetje vers geraspte nootmuskaat
3 el ongeklopte slagroom
snufje zout en peper
1 el olijfolie
4 kleine klontjes boter
1 losgeklopt ei, om te bestrijken
Meng voor het pasteideeg de bloem, boter, snufje zout, eidooiers en koud water door elkaar en kneed tot een bal. Verpak het deeg in huishoudfolie en laat het één tot twee uur rusten in de koelkast. Meng de garnalen met de fijngehakte peterselie en geraspte nootmuskaat naar smaak, de slagroom en een snuf zout en peper. Roer het goed door. Rol het pasteideeg uit tot een dikte van maximaal ½ centimeter. Verdeel het deeg in twee delen: een deel voor in de vormpjes en een deel voor de deksels. Bestrijk vier pasteivormpjes met een laagje olijfolie en druk een laagje deeg in de vormpjes. Vul de vormpjes met het garnalenmengsel. Plaats bovenop de garnalen een klein klontje boter voor de smeuïgheid. Dek de pasteivormpjes af met de rest van het pasteideeg, prik met een vork een aantal diepe gaatjes en bestrijk het deksel met een beetje geklopt ei. Verwarm de oven voor op 200 graden en bak de pasteien in dertig tot veertig minuten goudbruin.
Gratis Recept van: Familie Kuik Recepten © 2025
http://www.famkuik.nl/recepten/: